Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En in de dagen van [9]Jojakim waren priesters, [10]hoofden der vaderen: [11]van Seraja was Meraja; van Jeremia, Hananja; 9. Die hogepriester was na zijn vader Jesua, vs.10. 10. Dat is, de voornaamste onder de priesters; gelijk vs.1 is aangewezen. 11. Dat is, van Seraja was geboren of afkomstig, Meraja opvolgend in zijn plaats; waarom anderen dit overzetten, voor Seraja, dat is, in zijn plaats, en zo in het volgende.